Nico (links) en Rolf Kamp zaten vanaf het voorjaar 1944 tot de bevrijding in een boerderij in Achterveld ondergedoken.
Nico (links) en Rolf Kamp zaten vanaf het voorjaar 1944 tot de bevrijding in een boerderij in Achterveld ondergedoken. Marcel Koch

Joodse broers Kamp doken onder in Achterveldse boerderij familie Traa

15 februari 2020 om 12:25 Historie Leusden viert 75 jaar bevrijding

LEUSDEN Op 3 september 1944 worden Fritz en Inge Kamp vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Bij aankomst wordt Fritz direct vermoord. Inge overleeft het concentratiekamp. Hun twee zoontjes Rolf en Nico overleven de oorlog door zich schuil te houden op dertien onderduikadressen. Waaronder in Leusden, Stoutenburg en Achterveld.

Marcel Koch

Half december vorig jaar. Op een boerderij aan de Emelaarseweg in Achterveld klinkt op een druilerige zondagmorgen de deurbel. Als bewoner Fred de deur openzwaait, kijkt hij in de kwieke ogen van twee kleine, keurig geklede mannen op leeftijd. De één met een baseballpet op zijn hoofd, de ander draagt een Engelse flatcap. Ze stellen zich voor als de broers Nico en Rolf Kamp en vertellen dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog voor een langere periode in diens boerderij zaten ondergedoken, destijds de woonplek van Henk en Reina Traa. Een katholiek boerenechtpaar met tien kinderen. Fred staat perplex. Hij woont sinds 2001 in de boerderij. ,,Jaarlijks verschijnt er wel een aantal Canadezen voor een kijkje op het boerenerf, veelal nazaten van Canadeze militairen die hier in de buurt gelegerd waren. Ik kijk daar niet meer van op, maar dit bezoek was wel heel uitzonderlijk.''

We kropen geregeld in de hooiberg als er gevaar dreigde. Vanwege de vlooien was het geen fijne schuilplekFred hoort het onverwachte bezoek aandachtig aan. ,,Mijn interesse in de Tweede Wereldoorlog is groot. Vorig jaar ben ik nog bij de 75-jarige herdenking van de invasie van Normandië geweest. En van mijn overbuurman, wijlen Johan van Dijk, die ook onderduikers in huis had, heb ik het nodige meegekregen wat zich hier gedurende de oorlog aan de Emelaarseweg in buurtschap De Kieftkamp heeft afgespeeld.''

Aangezien hij uitgerekend die zondag een huis vol visite heeft, blijft het gesprek beperkt tot de hoofdlijnen. Maar een nieuwe ontmoeting laat niet lang op zich wachten.

BOUWTEKENING ,,De ruimte in de opkamer was onze slaapplaats''. De stem van Rolf (geboren 1934) klinkt gedecideerd. Hij beweegt zijn rechterwijsvinger over de authentieke bouwtekening van de Achterveldse boerderij die Fred zojuist in een tjokvolle brasserie in Amsterdam-Zuid op tafel heeft opengevouwd. Ook Nico (van 1937) kost het geen enkele moeite om de situatie van toen voor de geest te halen. ,,De keuken was hier'', zegt hij zonder twijfel. ,,Eens in de twee weken werden we gewassen in een teil met warm water. Om de beurt. Ik was nummer zes in de eerste rij. Het water kwam uit een waterpomp die voor de boerderij stond en werd op een kachel gekookt.'' Rolf weet zich te herinneren dat ze voor schone voeten geregeld gingen pootjebaden in de Barneveldse Beek. Dan is er enige twijfel bij hem of de tekening wel klopt. ,,De ramen aan de voorkant van de boerderij waren in werkelijkheid veel kleiner dan hier op de tekening.'' Terwijl Nico dit beaamt, wijst hij tegelijkertijd op de plek waar de hooiberg was. ,,Die stond achter het huis. Daar kropen we geregeld in als er gevaar dreigde. Vanwege de vlooien was het geen fijne schuilplek.''

Hij trekt een vies gezicht.

Ze waren nog kind. Maar wat ze hebben meegemaakt staat in hun geheugen gegriftCULTUURSCHOK Ze waren nog kind. Maar wat ze hebben meegemaakt staat in hun geheugen gegrift. Afwisselend schetsen Nico en Rolf de (soms) benauwde situatie en de sfeer van toen. ,,Als stadse jongens ervoeren we het leven op het platteland als een cultuurschok'', vertelt Rolf. ,,We waren gewend om onze tanden te poetsen, voor het eten onze handen te wassen en om met twee woorden te spreken. Op het platteland ging het er anders aan toe. Was het leven minder gemanierd. Rauwer en onhygiënischer. Er werd ook stevig gevloekt. Boer Traa, ome Henk, kon vloeken als een ketter, terwijl hij toch ook elke zondag getrouw naar de kerk ging.''

,,Toen de oorlog voorbij was en we weer herenigd werden met onze moeder vond ze ons ongemanierd en slecht verstaanbaar. We spraken plat boers.'' Nico: ,,Na de bevrijding zijn we een paar maanden naar Engeland gestuurd met het Canadese Rode Kruis, naar een plaatsje vlakbij Leeds om beter te leren lezen en schrijven. Maar ook om aan te sterken. We woonden in barakken waar de Royal Air Force piloten tijdens de oorlog waren gestationeerd.''

DIEPE INDRUK Maar leren was niet aan Nico besteed. Op de onderduikadressen op het boerenland had hij bedacht later boer te willen worden. ,,Als kleine jongen uit de stad keek ik op tegen de boeren. Hun alledaagse werk maakte diepe indruk. Ik stond er met mijn neus bovenop als de koeien werden gemolken of als de boer aan het dorsen was. Ik was nog jong en had natuurlijk weinig anders gezien of meegemaakt. Ieder mens is een product van zijn omgeving, en mijn zeer bescheiden leefomgeving op dat moment was de boerderij.''

Na de bevrijding ebde de gedachte om als boer later de kost te verdienen alweer weg. ,,Maar het niet willen leren heeft lang de overhand gehad.'' Rolf onderschrijft: ,,Ik heb als oudere broer gedurende de oorlog nog een poging gedaan om Nico te leren lezen en schrijven, tevergeefs. Hij vertikte het. Zelf las ik alles wat ik te pakken kon krijgen.''

Volgens Nico was zijn oudere broer een intelligente jongen. ,,Hij sprak beschaafder dan ik en was zeer bijdehand qua overleven. Het was een slimmerik, wist zich overal uit te redden. Zo heeft hij voorkomen dat we zondag mee naar de kerk moesten.'' Rolf: ,,Ome Henk kwam inderdaad op een zekere dag met dat idee aanzetten. Maar ik wierp tegen dat het wellicht te gevaarlijk zou zijn. Na enig nadenken gaf ome Henk mij gelijk.''

Bang ben ik niet geweest, behoudens die ene keer toen een Spitfire over het weiland scheerde waar wij speeldenHANDGRANATEN Dat ze anders waren, wisten ze. Dat ze op moesten passen als er Duitsers in aantocht waren, wisten ze maar al te goed. Rolf: ,,Toch konden we vrijelijk rondlopen op de boerderij en deden allerhande kleine klusjes. En ja, het was oorlog. Kinderen van vandaag de dag groeien op met mobieltjes en met computerspelletjes. Wij met de oorlog en vijandige Duitsers. Het was zoals het was. Bang ben ik niet geweest, behoudens die ene keer toen een Spitfire over het weiland scheerde waar wij speelden.'' Nico interrumpeert: ,,En die ene keer dat er 's nachts door Duitse soldaten drie handgranaten in de bijkeuken werden gegooid. We zaten in het souterrain en hoorden een enorme knal. Ik zat achterin, maar Rolf voorin op het trappetje, waar hij op de enige brandende kaars lette.''

Het angstige moment speelde zich af tegen het einde van de oorlog. Nico: ,,De Duitsers verscholen zich achter de boerderij en vanaf Achterveld, in een korenveld, hielden de Canadezen zich op. Op een zeker moment wilde een groepje Duitsers 'onze' boerderij als fortificatie gebruiken om zich te verdedigen, maar wij hadden de deuren en ramen vergrendeld, waardoor ze niet naar binnen konden. Toen hebben ze drie handgranaten laten ontploffen. De volgende dag, de situatie was te gevaarlijk geworden, zijn we geëvacueerd naar het reeds bevrijde Barneveld, waar een zwager van ome Henk woonde.''

Na de bevrijding keerden de broers en het gezin Traa terug naar de boerderij. Rolf: ,,Daar zagen we Duitsers landmijnen ruimen. Onder toezicht van Canadezen en Nederlandse verzetsmensen in blauwe overalls met oranje banden om hun arm.'' Nico: ,,Boer Bosman, onze achterbuurman, was op zijn vlucht met zijn dochtertje op een landmijn gereden. Zij verongelukten. Op hetzelfde zandweggetje hadden wij ook de boerderij verlaten. We hebben ontzettend veel mazzel gehad.''

ANTISEMITISME Rolf, Nico én hun moeder Inge hebben hun herinneringen bijeengebracht in een boekje getiteld: 'De laatste trein naar Auschwitz.' Het verscheen in 2013. ,,Het is belangrijk dat we de verhalen blijven vertellen'', stelt Nico, die het initiatief tot het boek nam. ,,Zeker nu het antisemitisme overal in de wereld toeneemt. Een zorgelijke ontwikkeling.'' Bij het afscheid in de Amsterdamse brasserie schenken ze Fred het boekje. Hij is er zichtbaar verguld mee en nodigt de broers uit om snel weer op zijn boerderij langs te komen. Voor een langer bezoek.

Rolf en Nico Kamp zien het levenslicht in het Duitse Keulen en groeien in hun eerste levensjaren op in Krefeld. In 1938, de dag na de Kristallnacht, vlucht de Joodse familie Kamp (inclusief grootouders) naar Nederland. Ze strijken neer in Dinxperlo, in een pension. Als ze eenmaal de nodige papieren hebben en vader Fritz zich inkoopt bij een failliete darmfabriek in Barneveld wordt Amersfoort hun nieuwe standplaats. Na de Duitse inval valt het gezin uiteen. Fritz en Inge duiken onder, maar worden verraden en geïnterneerd in Westerbork. Op 3 september 1944 worden zij vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Nico: ,,Na de oorlog heeft onze mammie er lang over gezwegen. Pas jaren later liet ze stukje bij beetje meer los. Maar in werkelijkheid, vertrouwde ze ons toe, was het allemaal nog veel erger.'' Ze overlijdt in 2009 op 98-jarige leeftijd. Rolf wordt later ingenieur en woont enige tijd in Amerika. Nico is politicoloog en was 42 jaar honorair consul-generaal in Florence. Beiden zijn woonachtig in Amsterdam. De familie Traa emigreerde na de oorlog naar Canada. ,,We zijn oom Henk en tante Reina ons hele leven dankbaar.''

TEKST PLAQUETTE AANGEPAST Rolf Kamp was al eens terug in Achterveld, in 2011. Het kostte hem enige moeite om de boerderij te traceren. Pas toen hij de plaquette ter nagedachtenis van boer Bosman en diens dochtertje ontwaarde, wist hij dat hij goed zat. Tot zijn verbazing zag hij bij zijn recentelijke bezoek (half december vorig jaar) dat de tekst op de plaquette was aangepast. Rolf: ,,Op het bordje dat ik in 2011 zag, stond vermeld dat Bosman en zijn dochtertje om waren gekomen door een Duitse landmijn. In de aangepaste tekst is Duitse landmijn vervangen door mijnenveld. Vanwaar deze aanpassing?'' Gerrit Tijmensen van de locatieraad. ,,De plaquettes die in en rond het dorp staan zijn grotendeels geplaatst op de locaties waar in 1940 huzaren zijn gesneuveld in de strijd tegen de Duitsers. dat zijn er dertien. Die plaquettes zijn in 2015 door de oud-huzaren vernieuwd. Gezien de uitvoering van deze plaquettes hebben ze toen waarschijnlijk ook de plaquette voor Bosman vernieuwd. Of daar bewust een andere tekst opgekomen is, denk ik niet. Het is evident dat het door de Duitsers geplaatste landmijnen waren.''

(Fred wilde liever niet met zijn achternaam in de krant).

Dit jaar vieren we dat Nederland 75 jaar geleden werd bevrijd van de Duitse bezetting. In 2020 willen we met de krant op allerlei manieren stilstaan bij dat gegeven. Met een serie over oorlogs-monumenten en de verhalen erachter. Maar ook met artikelen over andere herinneringen aan die ingrijpende periode 1940-'45.
De plaquette voor de boerderij. Rolf Kamp: ,,Toen ik die zag, herkende ik de boerderij.''
De boerderij aan de Emelaarseweg in Achterveld. ,,We sliepen in de opkamer.''
Marcel Koch
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie