Frank de Brouwer: 'De core business van Leusden is nog steeds het gezin met kinderen. Maar daar moeten we ook niet al te ingewikkeld over doen.’
Frank de Brouwer: 'De core business van Leusden is nog steeds het gezin met kinderen. Maar daar moeten we ook niet al te ingewikkeld over doen.’ Daan Bleuel

Stedenbouwkundige De Brouwer: 'Leusden heeft de optimale schaalgrootte'

21 juli 2019 om 08:24 lokaal 50 jaar Leusder Krant

LEUSDEN De Leusder Krant bestaat 50 jaar. In een serie maandelijkse artikelen blikken we terug op de achter ons liggende decennia. Maar we willen ook vooruit kijken. Naar de toekomst van de de gemeente bijvoorbeeld. Vandaag: ,,Leusden nadert zijn voltooiing.''

Daan Bleuel

In het voorjaar van 1991 sprak ik Frank de Brouwer voor het eerst. Het slaapdorp Leusden was in rep en roer. De provincie liet een bommetje ontploffen toen het bekendmaakte dat Leusden in beeld was voor grootschalige woningbouw. De Rijksoverheid koos ervoor de woningbehoefte te sturen door her en der in de Randstad grote woningbouwlocaties aan te wijzen. We kennen ze inmiddels als Leidsche Rijn en Vathorst. Om maar een paar voorbeelden in de nabije omgeving te noemen. De wijken stonden ook bekend als zogeheten Vinex-locaties, naar de ‘Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening Extra’ waarin dit beleid werd neergelegd.

Aan het begin van die discussie kwam Leusden ineens in beeld als plek waar ruimte zou kunnen worden gemaakt voor een slordige 20.000 woningen. Leusden zou daarmee in één klap royaal meer dan verdubbelen in inwoneraantal. De provincie zag vooral in het gebied rond Stoutenburg goede mogelijkheden om er een enorme woonwijk te plannen.

MIDDELGROTE STAD En dat op een moment dat de discussie over de omvang van Leusden net in rustig vaarwater terecht was gekomen. In 1969 wilde het gemeentebestuur zelf nog dat Leusden zou groeien tot het formaat van een middelgrote stad. Aanvankelijk werd er gesproken over 90.000 inwoners, later over 60.000. Onder druk van groot verzet van de nog jonge natuur- en milieubeweging en bewoners van de gebieden die volgebouwd dreigden te worden, werden die ambities in 1973 drastisch aangepast.

Het gebied waar Leusden nog zou kunnen uitbreiden werd globaal begrensd door het Valleikanaal in het noorden en oosten en de Groene Zoom in het westen. De gemeente raakte zijn landelijke status als groeikern kwijt en kreeg daar een veel bescheidener provinciale taak voor terug. Het aantal inwoners zou niet groter worden dan ongeveer 30.000 met beperkte groeimogelijkheden die vooral de eigen behoefte zou moeten dekken.

VOLKSHUISVESTINGSPLAN De provinciale plannen werden -een kleine twintig jaar na het bereiken van politieke consensus over de toekomst van Leusden- als een schok ervaren. Tegelijk speelde er op dat moment op bestuurlijk niveau de wens om een volkshuisvestingsplan te ontwikkelen. De kinderen van de eerste generatie nieuwkomers klopten aan de deur voor een starterswoning, de vergrijzing creëerde ook behoefte aan andere huisvesting, doorstroming vanuit de traditionele doorzonwoning naar huisvesting voor ouderen. Alternatieve woonvormen, zoals projecten voor groepswonen voor ouderen, wensten ook aandacht. De sterke toename van gebroken gezinnen legde nog meer druk op de woningmarkt.

Het waren de ingrediënten voor een gesprek met Frank de Brouwer, Leusdenaar en stedenbouwkundige. Hij zou later betrokken worden bij verschillende projecten in de gemeente, waaronder de uitbreiding van De Hamershof (de winkels en woningen rond Het Plein), het stedenbouwkundig ontwerp voor de wijk ‘t Vliet en -recent- de grootschalige aanpak van winkelcentrum De Biezenkamp. Daar maakte hij -met zakelijk partner Peter van Woerkom- ook het stedenbouwkundig ontwerp voor en bewaakte hij de beeldkwaliteit.

Leusden is voor Amersfoort wat Zeist voor Utrecht is

TE EENZIJDIG De Brouwer hekelde destijds in het interview de manier waarop Leusden (maar ook andere groeikernen) hun taken op het gebied van de volkshuisvesting invulden. Hij vond dat er veel te eenzijdig werd gebouwd: ,,Voor gezinnen met twee kinderen en een hond’’, vatte hij dat toen bondig samen. Ook was hij er vanuit zijn positie geen voorstander van dat de politiek zichzelf grote beperkingen oplegde door bijvoorbeeld op voorhand bouwen over het Valleikanaal taboe te verklaren. Hij bepleitte een werkwijze waarbij eerst de behoefte aan woningen in kaart gebracht zou worden, om vervolgens -op basis van de wensen en mogelijkheden van de verschillende doelgroepen- locaties in kaart te brengen. ,,Stop een paar gegevens over afstanden tot de winkels, sportaccommodaties, scholen, bibliotheken, het openbaar vervoer, de afstand tot de stad en dergelijke in de computer en trek op de kaart een paar cirkels. Afhankelijk van hoe je bepaalde gegevens interpreteert (‘welke afstand tot een bepaalde voorziening vind ik voor een bepaalde doelgroep acceptabel?’), is het daarna een kwestie van arceren om te zien welke gebieden in aanmerking komen. Vervolgens kun je de gebieden die in principe geschikt zijn bevonden nader afwegen’’, zei hij destijds.

TEVREDEN We spreken elkaar een kleine dertig jaar na dato nog eens. Vanaf het terras bij Job’s Koffiekamer in De Biezenkamp kijkt de 68-jarige De Brouwer (sinds hij een paar jaar geleden werd getroffen door een herseninfarct met pensioen) tevreden rond over het plein waar dinsdags de markt wordt gehouden. ,,Het is in grote lijnen geworden zoals we het bedacht hebben’’, zegt hij. ,,Alleen dat fietspad dwars door het winkelcentrum is niet ons idee.’’ Hij wijst ook op het zogeheten U-blok waarover tot de dag van vandaag veel te doen is. ,,Het was de bedoeling dat het blok waar nu de Lidl is gevestigd op die plaats zou komen. Toen de gemeente maar geen overeenstemming kon bereiken met de laatste bewoners van het oude winkelblok, hebben we besloten het plan aan te passen en de oude bebouwing te laten staan. Ik ben blij met de manier waarop dat uiteindelijk gebeurd is.’’

,,De eerste plannen om De Biezenkamp aan te pakken zijn overigens al zo’n 30 jaar oud!'', gaat De Brouwer verder. Het was echt een verarmde bende.’’ Terwijl hij de leegstaande winkelpanden in zich opneemt, verzucht hij: ,,Misschien hebben we de behoefte aan winkelruimte toen wat optimistisch ingeschat. Overigens is die inschatting destijds wel gemaakt op basis van marktonderzoek.’’

INHAALSLAG In De Biezenkamp, maar ook rond De Hamershof, wordt zichtbaar dat Leusden een inhaalslag maakt voor bepaalde doelgroepen. Met name ouderen, die om praktische redenen graag dichtbij de voorzieningen willen wonen, hebben in projecten rond de winkelcentra veel meer mogelijkheden gekregen. De Brouwer vond in 1991 al dat Leusden zich moest gaan richten op dit soort doelgroepen. Maar is de gemeente daarmee -decennia na dato- tegemoet gekomen aan zijn stelling dat Leusden de eenvormigheid zou moeten loslaten om aan de woonwensen van anderen dan de traditionele gezinnen tegemoet te komen?

,,Nee’’, zegt hij stellig. ,,De corebusiness van Leusden is nog steeds het gezin met kinderen. Maar daar moeten we ook niet al te ingewikkeld over doen’’, vindt De Brouwer nu. ,,De ontwikkeling van de bevolking verloopt in een golfbeweging. Die moet je ook een beetje zijn gang laten gaan. De bevolking verjongt vanzelf weer. Het is wel verstandig zo te bouwen dat mensen heel lang in hun huis kunnen blijven wonen.’’

EVENWICHT ,,Het lastige van Leusden is dat de inwoners gemiddeld een hoog inkomen hebben, maar dat er wel grote verschillen zijn. Er is dus ook een behoorlijke behoefte aan sociale woningbouw. Een gemeente moet bouwen voor alle lagen van de bevolking, met als doel het evenwicht in de samenstelling van de bevolking te bewaren.’’

,,Gemeente, denk in doelgroepen en woonvoorkeuren’’, adviseert De Brouwer. ,,Doe meer met hoogbouw in Leusden! Het doel is een hogere concentratie mensen bij de voorzieningen. Met name de ouderen.’’ Die ontwikkeling is in De Biezenkamp en rondom De Hamershof al goed zichtbaar. Gebouwen met vier, vijf woonlagen geven met name De Biezenkamp een heel andere uitstraling. Maar ook de woontorens ‘t Zicht aan de Randweg (nabij het tennispark van LTV Leusden) veranderden met negen verdiepingen het aanzicht van Leusden. ,,Vergis je niet’’, vult De Brouwer aan: ,,In het oorspronkelijke plan was sprake van twaalf woonlagen!’’ Desalniettemin noemt hij het project dat onder verantwoordelijkheid van wethouder Kees de Kruijf werd gerealiseerd ‘een dapper statement’. Hij gniffelt als hij zegt dat hij er zelf voor heeft gezorgd dat in De Hamershof aan de Blekerij een flat van zes hoog werd gerealiseerd. ,,Die hebben we er ongemerkt tussengeprutst.’’

(Tekst gaat verder onder de foto).
Frank de Brouwer had in 1991 uitgesproken ideeën over hoe Leusden zich verder moest ontwikkelen.

TERUGHOUDENDHEID Kritiek heeft De Brouwer op het gebied rond het sportcomplex van Theo Meijer (‘t Spieghel). ,,Ik ben zelf al sinds 2005 weg uit Leusden, maar tot mijn verbazing is dat gebied nog steeds grotendeels leeg. Ik snap niet dat daar nog steeds wordt ingezet op de bouw van kantoren. Dat gebied is heel geschikt voor mensen die niet al te ver van de voorzieningen willen wonen. Ik vind dat Leusden zich in eerste instantie op dat gebied moet richten als het naar nieuwbouwlocaties zoekt.’’

Hij denkt zelf dat de angst voor Amersfoort een rol speelt bij de terughoudendheid om dat gebied stevig in te vullen. ,,,Ik vermoed dat men denkt dat als er geen groene buffer tussen Leusden en Amersfoort meer is, het gemakkelijker wordt om Leusden mettertijd bestuurlijk in te lijven.’’ Iets waarvan De Brouwer zelf duidelijk geen voorstander is: ,,Leusden heeft met 30.000 inwoners een ideale schaalgrootte. Groot genoeg om een behoorlijk voorzieningenpakket te hebben, klein genoeg voor de menselijke maat.’’

Hij vindt Leusden zelf ook nog steeds aantrekkelijk. ,,Ik denk dat ik hier ooit nog weleens terugkeer. Leusden is een heel geslaagde gemeente (voor een doelgroep die dit zoekt). Leusden heeft persoonlijkheid. Anders dan bijvoorbeeld Nieuwegein. In Leusden kun je je ‘s zomers midden in het dorp in een bos wanen door de brede groenstroken, de bomen en de groene wallen die de bebouwing aan het zicht onttrekken. Leusden is voor Amersfoort wat Zeist voor Utrecht is.’’

CONFRONTATIE MET DE NATUUR De Brouwer: ,,De confrontatie met de natuur, de randen van de bebouwde kom zijn de kracht van Leusden. Maar die zou het misschien ook nog beter kunnen gebruiken. We hebben weleens gekeken wat er zou gebeuren als je op het terrein van boerenbedrijven die ermee stoppen kleine plukjes woningen zou bouwen. Dat gaat potentieel om behoorlijke aantallen!’’ (Aan de Horsterweg tegenover het hockeycomplex is onlangs zo’n project in ontwikkeling genomen.)

Ondertussen trekken voortdurend mensen langs het terras waar we koffie drinken. Fietsend, op een scooter, wandelend, al dan niet achter een rollator, of in een scootmobiel. De Brouwer is erg te spreken over de levendige indruk die het centrum maakt. ,,Het oogt dynamisch. Leuk!’’ Na een laatste slok cappuccino constateert hij voldaan: ,,Leusden nadert zijn voltooiing!’’

Frank de Brouwer (1951) studeerde Bouwkunde (architectuur) aan de TU Delft. Na zijn studie werd hij hoofd afdeling Stedenbouw in Zaanstad. De Brouwer vertrok naar het Woudenbergse INBO architecten, toen dat bureau werd uitgebreid met een stedenbouwkundige afdeling. Daarna was hij één van de initiatiefnemers tot de oprichting van het bureau 'Plein 11' in Arnhem. Onder meer met Peter van Woerkom runde hij het bureau De Brouwer/van Woerkom in Amersfoort. Daar werkte hij tot zijn gezondheid hem parten speelde.

Project De Verborgen Tuinen. De Hamershof onder handbereik en uitzicht op de Schoolsteegbosjes.

(Het eerste interview met Frank de Brouwer maakte deel uit van een serie artikelen over 'de nieuwe woningnood in Leusden'. Met de serie won de Leusder Krant in 1992 de landelijke persprijs voor de nieuwsbladjournalistiek, georganiseerd door de NNP, de branchevereniging voor uitgevers van nieuwsbladen.)

Frank de Brouwer had in 1991 uitgesproken ideeën over hoe Leusden zich verder moest ontwikkelen.
Project De Verborgen Tuinen. De Hamershof onder handbereik en uitzicht op de Schoolsteegbosjes.
Johan van Beek
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie