IJsduik

1 april 2020 om 11:27 Column

Nee, dit is geen grap, maar de winnende column van de Latent Talent-cursus Creatief Schrijven, zoals vorige week aangekondigd. Ik heb mijn Knipoogje laten vallen op Jeannine de Klerk. Van harte!

Ja, ik heb het gedaan! En nee, ik ben al 50+, dus dat eerste 'het' is al heel, heel lang geleden. Wat ik hier met 'het' bedoel, is het ijsbad; 80 kilo ijsblokjes in een opblaasbad. Daar ging ik, in mijn bikinietje bij 9 graden, vrolijk paraderend alsof ik aan een imaginaire Amersfoortse Riviera liep. Het was een workshop à la Wim Hof, ook bekend als The Iceman. Hof ziet de kou als zijn leermeester en een helende kracht, maar ik had er meer een haat-liefde verhouding mee.

Als kind sliep ik al onder stapels dekens, want ik had het altijd koud. De hele familie maakte dan ook grappen over 'Jeannine het beerinnetje in haar winterslaap'. Toch is er altijd die innerlijke drang geweest om koude bergbeekjes en meren in te stappen. Ook in de winter. Of misschien wel júist in de winter. Het is alsof iets buiten mezelf mij het stromende ijswater intrekt. Een beetje zoals de chipszakken in de schappen me toefluisteren: 'Koop mij, koop mij!'

Wat is dat dan, die aantrekking door de kou? Is het hele Wim Hof-gebeuren een hype? Inmiddels is alles wat hij doet onderzocht door de medische wetenschap, dus nee, niet echt. Zo zijn er trouwens nog tientallen workshops en methodieken die 'goed' voor je zijn. Je kunt je opgesloten dagen of weken er makkelijk mee vullen; de verleiding van het 26ste dieet, dat wijze boek, die inspirerende spreker of de bossen bungelende verbeterwortels voor je neus. Ach, als ex-workshop-junkie ken ik dat maar al te goed. Maar mijn warme band met de kou, daar wilde ik toch echt meer van weten.

Ter voorbereiding op de ijsbad-workshop heb ik twee maanden koud gedoucht. Hupsakee, iedere ochtend direct onder de koude straal. Het is nog steeds een momentje van zelfkwelling, maar het is ook zoiets als tandenpoetsen. Gewoon doen. Het maakt me fris, helder en wakker, als een opgeschud dekbed in de voorjaarswind. Soms begin ik spontaan te lachen na het douchen, bruisend en borrelend van de levensenergie, een verrukkelijk gevoel. Daarnaast leert het mij me minder aan te trekken van de heksenketel in mijn hoofd. Zo zijn gedachten over de koude douche veel erger dan de koude douche zelf. Wat is nou een minuutje kou?

Badderend en bibberend trainde ik zo ook het geloof in mijn eigen kunnen: het ijsbad als de Golden Globe voor zelfvertrouwen. Ik stapte er met gemak in en kon ontspannen blijven zitten.
Ridders in mythologieën ontmoetten de draak en vonden vrijheid. Mijn draak, de kou, ben ik met open vizier tegemoet getreden en ik kreeg er dansende levensenergie voor terug. Zo herberg elke ogenschijnlijke vijand een schat. Gaat u mee schatgraven in de badkamer?

Jeannine de Klerk, gastcolumnist

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie