
Column Peter Sneep: ‘Uiteindelijk deugen de meeste mensen’
29 juni 2023 om 10:22 Column Columns Peter SneepDe lekkerste taart
Het eten in ons favoriete restaurant is zo lekker, dat ik er graag reclame voor maak. Als we er gaan eten, zit ik daarom het liefst bij het rechterraam (van buiten gezien). Aan dat raam hangt de menukaart en in de tijd dat we er aan tafel zitten, komen heel wat mogelijke bezoekers die kaart bekijken. Ik probeer altijd oogcontact met hen te maken. Als dat lukt, maak ik wenkende gebaren met mijn handen. En ik zwaai met mijn rechterhand langs mijn rechterwang en wijs vervolgens op mijn bord. Op die manier heb ik het restaurant al aan heel wat klandizie geholpen.
Iets soortgelijks doe ik ook wel eens in onze supermarkt in Leusden. Onlangs zag ik daar een jonge vrouw in het wijn- en bierpad. Ze wilde klaarblijkelijk een rode wijn kopen, maar aan haar lichaamstaal was duidelijk te zien dat ze wikte en woog. Ze kon niet kiezen. ‘Deze moet je nemen. Echt een hele lekkere wijn en nog biologisch ook’, zei ik vrijmoedig tegen haar. Ik pakte de wijn uit het schap. Zij deed hetzelfde. Dat schiep een band. Ze keek me blij aan. ‘Je neemt hem zelf ook’, zei ze. ‘Bedankt voor de tip.’
Die zandkoekjes vind ik het lekkerst, wees ik. En ik meende het. Ik had er opeens heel veel zin in
Kortgeleden kwam ik in dezelfde supermarkt een bijna soortgelijk tafereel terecht. Vanuit de verte leek het erop dat er twee vakkenvullers bezig waren bij de bakproducten. Ze zaten gehurkt bij de onderste plank. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat het anders zat. Het waren twee kinderen, een jongen en een meisje, ongeveer 8 en 10 jaar oud. Ze hadden wel vijftien verschillende verpakkingen uit het schap gehaald en die naast elkaar op de winkelvloer gelegd. Ze waren druk aan het overleggen.
Toen ik dichterbij kwam, hielden ze daarmee op. ‘Gaan jullie een taart bakken’, vroeg ik, eigenlijk overbodig. ‘Ja’, zei het meisje van tussen de pakken chocoladecake, monchou- en appeltaart. ‘Heeft u misschien een tip, want we komen er niet uit’, zei ze monter. ‘Die zandkoekjes vind ik het lekkerst’, wees ik. En ik meende het. Ik had er opeens heel veel zin in. Ik rook de verrukkelijke baklucht al in mijn neus, proefde in gedachten al het resultaat, net uit de oven.
Ik werd opgeschrikt door een geërgerde stem achter mij. ‘Meneer, kunt u met uw kinderen aan de kant gaan? Ik kan er niet door’, zei een mevrouwenstem. Ik deed een stap opzij om ruimte te maken. ‘Het zijn niet mijn kinderen’, zei ik vriendelijk. De vrouw keek en vergeleek, maar reed nog niet verder.
Het spraakzame meisje op de grond brak het ijs. ‘Maar misschien kunt u ons een tip geven?’, vroeg ze aan de dame, helemaal niet onder de indruk van haar geërgerde toon. De vrouw ontdooide onmiddellijk. Ze bekeek pakken met appelkruimeltaart, red velvet cake en kwarktaart en ontspande. ‘Ze zien er allemaal zo lekker uit’, hoorde ik haar zeggen, een en al meelevendheid.
Tevreden duwde ik mijn karretje het pad uit. Uiteindelijk deugen de meeste mensen.
Peter Sneep, pjsneep@gmail.com